Cryotherapie is eeuwenoud
Het woord cryotherapie stamt af van de Griekse woorden “cryo” en “therapeia”: genezing door kou. Cryotherapie in de breedste zin van het woord, is het toepassen van (extreme) koude als behandeling voor uiteenlopende klachten.
De koudetechniek waarbij het lichaam (geheel of gedeeltelijk) wordt blootgesteld aan extreem lage temperaturen (-135°C tot -196°C) wordt Whole Body Cryotherapy (WBC) of Partial Body Cryotherapy (PBC) genoemd, maar is beter bekend onder de verzamelnaam (lokale) cryotherapie.
De cryotherapie voor het gehele lichaam onderga je in een cryosauna of cryokamer. Bij de cryosauna wordt het lichaam tot aan de bovenkant van de schouders, gedurende 1 tot 3 minuten blootgesteld aan temperaturen tussen -135°C en -196°C. Bij de cryokamer gaat de persoon via een gekoelde voorruimte naar de hoofdkamer om daar ook tot 3 minuten blootgesteld te worden aan extreme kou.
De oorsprong van deze vorm van koudetherapie ligt in Japan. In 1978 introduceerde dr. Toshiro Yamauchi extreme koud als pijnbestrijding bij de behandeling van patiënten met reumatische artritis. Hij ontdekte dat de pijnklachten die zijn patiënten normaal gesproken hadden hierdoor aanzienlijk verminderden en dat zij ook minder pijn ervaarden door de aanmaak van endorfine. Tijdens onderzoeken in de jaren ‘80 van de vorige eeuw, kwamen Dr. Yamauchi en zijn collega’s tot de volgende conclusie: het snel, kortstondig bevriezen van de huidoppervlakte tot een temperatuur van -2°C door middel van cryotherapie, heeft een gunstigere invloed op het menselijk lichaam dan langzaam afkoelen door onderdompeling in een ijsbad, waar de laagst mogelijke temperatuur +5°C is.
“-135°C is de minimale temperatuur om de gewenste therapeutische gezondheidseffecten te behalen.”